Als binnenschipper vervoer je allerlei vrachten over de Europese binnenwateren. Je werkt als zelfstandig ondernemer of bent in loondienst van een rederij. Tijdens het varen houd je je natuurlijk aan de vaarregels, maar verder heb je veel vrijheid. Je bepaalt zelf wat er aan boord moet worden gedaan en hoe er wordt geladen en gelost. Je geeft leiding aan enkele matrozen en hulpen. Als je een eigen schip hebt, werkt je partner vaak zo veel mogelijk mee.
Als eigen baas bepaal je zelf welke vrachten je vervoert en op welke bestemmingen je vaart. Met behulp van vaarkaarten bepaal je de route en plan je het transport. Daarbij houd je rekening met wachttijden bij bruggen en sluizen.
Het schip bestuur je met een stuurhendel die het roer bedient. Verder is je schip uitgerust met een radar, radioapparatuur en een automatische piloot. 's Nachts moet je de lichten van andere schepen in de gaten houden. Een blauw licht betekent bijvoorbeeld dat het schip de rivier bakboord (links) bevaart.
Tijdens het laden en lossen let je goed op of alles volgens de voorschriften gebeurt, vooral bij gevaarlijke stoffen. Kleine reparaties aan het schip en de motor voer je zelf uit. Tenslotte heb je enkele administratieve taken. Je vult bijvoorbeeld de douaneformulieren en het vaartijdenboek in en je houdt het 'olie-journaal' bij.
|